Wassenaar
De kans om midden in Wassenaar te bouwen was uniek. Door de sluiting van de Menken-melkfabriek ontstond de gelegenheid een nieuw landgoed te ontwikkelen dat zou passen in de Wassenaarse omgeving. Het appartementencomplex, in het topsegment van de markt, bestaat uit vier vrijstaande villa’s, die zich op een negentiende-eeuwse wijze in het coulisselandschap vlijen. De middelste en grootste villa is als een soort hoofdgebouw naar achter gezet en uitgevoerd in wit stucwerk, om haar meer aanzien te geven. Daaromheen liggen de andere villa’s, met gevels in verschillende soorten rode baksteen.
Het binnenkomen is een belangrijk thema in alle vier de gebouwen. Doordat de hal bij de hoofdentree van voor tot achter doorloopt, stap je, net als bij het klassieke Wassenaarse landgoed De Paauw, als het ware het landschap binnen. Bij de middelste villa wordt dit effect nog versterkt door de glazen lift: de bewoners stappen niet alleen in het landschap maar ze reizen er ook nog door omhoog.
De witte villa refereert in eerste instantie naar de klassieke Wassenaarse villa. De pilonen op het dak passen echter niet in dit beeld. De elementen lijken neogotisch, weggeplukt uit het Ca’ d’Oro in Venetië. Ze hebben echter ook iets weg van geabstraheerde melkflessen, een verwijzing naar de fabriek die hier ooit stond. De geledingen in de gevels, zoals de lijsten en de raamkozijnen, zijn gebaseerd op klassieke voorbeelden, zonder deze exact te kopiëren. Elke villa bestaat uit vier verdiepingen met twee of drie appartementen per laag. Doordat gekozen is voor een typische terrasachtige plastiek, konden alle appartementen een grote eigen buitenruimte krijgen.
