Dordrecht

Leerpark


Een binnenstedelijk milieu

In het stedenbouwkundige plan voor het Leerpark in Dordrecht, gemaakt in het kader van een Europese selectie voor ontwikkelaars, zijn onderwijs (een aantal grote ROC- en vmbo-scholen), werk en wonen gecombineerd.

In het ontwerp voor dit gebied, gelegen aan de rand van de stad, zijn ‘binnenstedelijke’ strategieën toegepast: een maximale menging van functies, helder gedefinieerde openbare ruimtes en zo veel mogelijk voordeuren aan de straat. Terwijl scholen meestal als geïsoleerde, monofunctionele volumes vrij in het groen worden gezet, is er hier naar gestreefd om ze juist te integreren in een stedenbouwkundig patroon en ze te vermengen met andere functies. De scholen zijn gesitueerd langs de straten en rond het centrale plein, waar ook de winkels, woningen en kantoren liggen.


Menselijke maat

De schaalvergroting in het onderwijs heeft geleid tot anonieme scholen met duizenden leerlingen, waar een gebrek is aan sociale controle. In het plan voor Leerpark is geprobeerd dit te voorkomen door de grootschalige schoolgebouwen op te delen in kleinere eenheden met eigen ingangen. Het centrale plein, waar ook woongebouwen en bedrijfsgebouwen omheen liggen, is tevens het schoolplein. Door weer bewuster contact te leggen tussen de scholen en het openbare gebied zal ook de sociale veiligheid toenemen.



Leefhuis en Werkhuis

Binnen het stedenbouwkundig plan neemt het ontwerp van het ROC Da Vinci College een prominente plaats in. In het ontwerp is afscheid genomen van het traditionele grootschalige schoolconcept. De introductie van begrippen als ‘leefhuis’ en ‘werkhuis’ zorgt voor een kleine maat en geeft de school veel meer intimiteit. Het nieuwe Da Vinci college is geen anoniem gebouw met één voordeur.

Het leefhuis vormt de thuisbasis waarin de onderwijseenheden van 250 tot 400 leerlingen als eenheid zelfstandig opereren. Langs de straten bevinden zich de voordeuren van de verschillende huizen. Met hun eigen karakteristieke architectuur brengen zij letterlijk kleinschaligheid en identiteit in het complex. Op de begane grond, langs de straten liggen de echte praktijkruimten. Bijna winkelachtig manifesteert het Da Vinci college zich hier als verzameling beroepen. Hier is een maximale realiteitssituatie te bereiken, in wisselwerking met de maatschappij. Aan de buitenkant van het complex bevinden zich de meer technische leerbedrijven.


 


Het ROC als stad

Het college ligt rond drie semi-openbare (buiten)ruimten op de begane grond. Deze hebben vooral een functie voor de ontspanning en recreatie. De ruimten zijn direct bereikbaar vanuit de straatjes die de openbare ‘gangen’ vormen van het complex. Het ronde plein vormt het hart van het complex, met hieromheen een aantal centrale functies, zoals een restaurant, schoolboekenwinkel en conferentiecentrum. De straten die op dit centrale plein uitkomen zijn voorzien van afsluitbare poorten. De zonne-energiepanelen op het dak van het Da Vinci College vormen de kroon van deze ruimte.


Projectgegevens

Periode:
2003
Team:
Berend Hoffmann, Mariette Broesterhuizen, Jos van Eldonk, Martijn van der Hijden, Pieter Louis Bootsman